Catch 22 Bakelants & Paepen

In de zomermaanden kreeg ik de Nederlandse analist Corné Van Zeijl over de vloer. Een alleraardigste man die me met een cadeautje verblijdde: een fotokader met achter het glas een biljet van 200 miljoen dollar. Zo, nu hoor je ook bij de miljonairsclub, grapte hij. Laat me raden, repliceerde ik gekscherend: het kader errond is meer waard dan het biljet… Yes, het briefje werd immers uitgegeven door de centrale bank van Zimbabwe, een land dat sinds 2008 ontelbare miljarden procenten inflatie kende. En dus de koopkracht van elke dollar volledig uitgehold zag. In Venezuela weegt men tegenwoordig zelfs de bankbiljetten.

In onze contreien werden we de voorbije jaren eerder geconfronteerd met het gevaar op deflatie. Niet dat onze koopkracht daarmee toenam, want de rentes vielen nog lager uit. Maar waar men al jaren in faalt, zou nu zomaar eens kunnen lukken: inflatie. Times, They Are A-Changin’, om het met de woorden van een Nobelprijswinnaar te zeggen. In september bedroeg de inflatie in de eurozone 0,4 procent, in oktober liep ze verder op tot 0,5 procent, het hoogste peil in twee jaar. De Europese Centrale Bank streeft een jaarlijkse geldontwaarding na van minder dan maar dicht bij 2 procent. De financiële repressie, weet u wel. Geld minder waard maken, betekent immers de waarde van de schulden laten zakken. Op kosten van de spaarders, die hun koopkracht al jaren aan een stuk zien dalen.

De gestegen inflatieverwachtingen doen ook de rentes stijgen. Zodra de trend gekeerd is, kan het relatief snel en duurzaam gaan. Een nieuwe zichzelf voedende trend die op gang wordt gebracht. Hoewel euforie uit den boze is, tekent na de VS ook Europa een meer dan behoorlijke economische groei op. De werkloosheidsgraad is nog niet wat ze zou moeten zijn, dus blijft het afwachten of de ECB al dan niet het inkoopprogramma van schuldpapier zal verlengen. Mogelijk wordt – net zoals in de VS bijna drie jaar geleden – weldra ook bij ons tot ’tapering’ overgegaan (een geleidelijke afbouw). Aangezien de langetermijnrentes door die aankopen neerwaarts werden gemasseerd, zal de anticipatie op een ‘normalisatie’ de rentes hoger sturen.

Hogere rentes? Eindelijk hoor ik u zeggen! Vergis u niet: de Grote Financiële Repressie is nog niet meteen verdwenen. De rente zal alleen maar toenemen omdat de inflatie stijgt. Reëel, dus rekening houdend met de inflatie, zult u er wellicht op blijven achteruitgaan. Bovendien betekenen hogere rentes lagere koersen voor uitstaande obligaties. Schuldpapier tekende in oktober alvast de slechtste prestatie op sinds november 2010. Wellicht geen eendagsvlieg.

Zoals met alles zijn daar zowel positieve als negatieve kanten aan verbonden. Een onderschatte en onderbelichte bekommernis is de impact van een stijgende rente op de gemengde fondsen, fondsen waarin zowel aandelen als obligaties huizen. Financiële adviseurs verkopen ze momenteel als zoete broodjes. Voor mensen die weinig of niet vertrouwd zijn met de beurs is het gemengde karakter voldoende geruststellend om tot investeren over te gaan. Gemengde fondsen zijn de jongste jaren uitgegroeid tot de belangrijkste categorie en winnen nog aan populariteit, vooral bij de van nature voorzichtig ingestelde spaarders.

Mijn bezorgdheid? Dat een groot deel van die mensen de toekomstige prestaties van hun gemengde fondsen niet zal kunnen begrijpen. De voorbije jaren werd het rendement kunstmatig opgekrikt door de koerswinsten van het vastrentende gedeelte. Uiteraard tot grote tevredenheid van de bezitters van die fondsen. Maar een stijgende rente zal een nefaste invloed hebben op het rendement. Afhankelijk van het vastrentende gewicht zijn lage en zelfs negatieve rendementen niet ondenkbaar, ook al laten de aandelenmarkten een behoorlijke prestatie optekenen.

Eigenlijk zit de ‘gemengde fondsen’-belegger gevangen. Wie nu de rijkelijke winst verzilvert, krijgt met de Reynderstaks (27%) een fikse factuur gepresenteerd. Wie zei alweer dat België geen vermogensbelasting kent? Wie niets doet, stelt zich dus bloot aan rentestijgingen, waaraan zelfs de beste fondsbeheerder niet geheel kan ontsnappen. Fondsenbelegger: hou het simpel. Uiteraard dient elk vermogen uit spaarrekeningen en andere vastrentende producten te bestaan. Maar kies voor het geld dat u voor een lange termijn kan missen resoluut voor open aandelenfondsen. Puur en heel visibel. Om de risico’s te beperken zijn er andere en vooral betere technieken.

bron: De Tijd 5 november 2016 Gert Bakelants